De droom van L.L. Zamenhof – DEEL I
Een lockdown, dat betekent ook meer tijd. Meer tijd om te doen wat je altijd al had willen doen, zoals Proust lezen of een taal leren. Dat laatste is bijna gelukt en de taal die mij al heel lang aantrekkelijk leek om te gaan leren is het Esperanto.
Waarom Esperanto en niet bijvoorbeeld Spaans of Italiaans, talen die bij ons noorderlingen goed in de markt liggen? Omdat Esperanto gemakkelijk te leren zou zijn. De hele grammatica bestaat uit maar 16 regels en er zijn geen uitzonderingen, die gemene addertjes die elke keer de kop opstaken als ik in de klas een zin moest produceren in de Franse les. In de lessen Duits werd het nog erger, waar je de grammatica bij elk examen weer helemaal opnieuw moest instuderen, omdat het met de weinige lesuurtjes die je had voor dat vak, het er nooit ingeoefend kreeg.
Met Esperanto heb je dat allemaal niet. De taal is bedacht door één man, hoewel er nadien wel over een paar zaken is overlegd door andere mensen. Maar in essentie is het allemaal lekker duidelijk. Geen “Der, Die, Das” of “Le” en “La” en “Les”, maar gewoon… “la”. Voor alles. Mannelijk, vrouwelijk, onzijdig, enkelvoud of meervoud… allemaal “la”. Klaar.
Em zo is het met alles. Als je het systeem eenmaal door hebt, moet je alleen nog woordjes leren en ook dat is lekker gemakkelijk, want veruit de meeste woorden ken je al. Esperanto neemt de woorden gewoon over uit andere talen, vooral romaanse, maar ook uit het Duits en het Engels. Alleen krijgt ieder zelfstandig naamwoord een “o” aan het eind, dus een mango blijft een “mango”, maar een “pomme” (appel) wordt een pomo en een aardappel is dan een terpomo. Want dat had Zamenhof goed gezien bij andere talen: woorden combineren en voor- en achtervoegsels gebruiken, dat is handig.
Pregi is bijvoorbeeld bidden en een kerk is pregejo. “ej-” is de plek waar het gebeurt. Dus als lerni leren betekent, dan kan je raden hoe je “school” zegt in het Esperanto: lernejo.
Daarmee is nog niet duidelijk, waarom Esperanto een plek verdient in deze blog over godsdienstonderwijs, maar in een volgend deeltje wordt dat duidelijk. Dr. Esperanto, het pseudoniem dat de bescheiden Zamenhof voor zichzelf bedacht, wilde veel meer dan een taal creëren waarmee mensen in heel de wereld gemakkelijk met elkaar konden gaan communiceren, hij wilde nog veel meer.