Starting home… en daar maar blijven dan?

Het lijkt de logica zelf: om de leerlingen die nu in aparte klassen in hun eigen levensbeschouwing onderwezen worden (in de 3de graad van het Gemeenschapsonderwijs) samen te brengen om te gaan dialogeren, begin je eerst… bij je eigen levensbeschouwing.

Zo wil het de drie-trapsraket van de theoretici van de ILD, de InterLevensBeschouwelijke Dialoog, die met één van de twee lesuren van de levensbeschouwelijke vakken aan de haal is gegaan. Die aanpak in drie fasen lijkt het geesteskindje van professor Pollefeyt en het werd verdedigd door Jeroen Hendricks op de ILD-terugkomdag in Brussel op 27 mei 2024.

Er zijn vanuit de praktijk twee bezwaren in te brengen tegen de drietrap: een psychologische hindernis en een praktische:

Om met de praktische te beginnen: “Wat is het vandaag mevrouw? Zedenleer of ILD?”. Een voor de hand liggende vraag, ook bij de leerlingen van de verschillende godsdiensten. Want de helft van de lestijd hebben ze het ene, en de andere helft van de lessen het andere. En wat is het antwoord nu en dan? “Het is ILD, maar wel in je eigen klasgroep van NCZ”. Je kan je voorstellen hoe duidelijk dat is: wel ILD, maar toch apart. Duidelijk is anders.

Het andere bezwaar is dat het niet zo werkt: je gaat niet eerst overleggen hoe je in je eigen levensbeschouwing aankijkt tegen een bepaald thema, om die visie daarna toch weer even te laten bevragen door andere levensbeschouwelijke visies. Zo werkt het niet. Meerdere psychologische mechanismen zorgen er voor dat je de eenmaal gemaakte keuze eerder zult willen bevestigen en beschermen, dan dat je die toch weer enigszins wil laten relativeren of zelfs maar aanvullen met alternatieve visies.

Laat ons een paar van die mechanismen bekijken en toepassen op de drietrap:

  • Er is in de eerste trap goed nagedacht over het thema. Dat vraagt een inspanning. Maar wanneer een beslissing tijd en moeite gekost heeft, hebben mensen de neiging om die inspanning te rechtvaardigen door de waarde van de gekozen optie te vergroten en de waarde van de alternatieven te verminderen.
  • Na het maken van een beslissing, zijn mensen ook meer geneigd om informatie toe te laten die hun keuze ondersteunt en informatie te vermijden die deze tegenspreekt. Je wil niet dat andere stemmen jouw keuze in twijfel gaan trekken, dus wil je die vermijden.
  • Mensen hebben ook de neiging om zich te richten op informatie die hun bestaande overtuigingen en beslissingen bevestigt, terwijl ze informatie die deze uitdaagt negeren of minimaliseren. De bevestigingsbias helpt nog bij het versterken van je keuze en maakt alle andere opvattingen minder aantrekkelijk.

De hele drietrap dreigt dus een jammerlijke mislukking te worden. In een didactisch goed doordacht leerproces is het inderdaad wel ‘good practice’ om in een eerste fase de al opgedane kennis bij elkaar te sprokkelen en op te frissen, maar daarnaast is het ook goed om interesse te wekken. Beproefde triggers zijn lichtjes overdreven stellingnamen, die liefst een beetje tegen de haren in strijken, om de leerling aan het denken te zetten. Maar je moet in die fase niet zo ver gaan, dat je de deur weer dicht gooit met een eindbesluit in de zin van: “zo denken wij daar over” (en laat ze nu maar komen met hun … meningen).

Starten is goed. Het probleem zit hem in “Home”. Vooral in lesgroepen die niet zo graag een intellectuele inspanning doen en heel snel, zonder verder dralen, een definitief antwoord willen hebben om dat vooral niet meer te laten wankelen, is de drietrapsmethode juist niet de manier waarop je voor ILC en ILD te werk wil gaan. De drietrap werkt op de studeertafel, maar je struikelt er meteen over in het veld.